Beheerde Diersoorten

Konijn:
Veel bedrijventerreinen en duingebieden herbergen een groot bestand aan konijnen. Schade kan ontstaan door het ondergraven van bedrijfsinstallaties en duinen. Populatiebeheer is plaatselijk noodzakelijk om schade te voorkomen.
 
Haas:  
Op de weiden en graslanden in de polder is de haas een veelgeziene gast. De populaties staan als gevolg van de aanwezigheid van de vos en de intensieve veelteeldmethoden, waarbij meermalen per jaar het gras gemaaid onder druk. Veel jagers besluiten daarom de aanwezige hazen te sparen.
 

Vos:
Afgelopen jaren is een sterke toename te constateren van het voorkomen van de vos. De weidevogel- konijnen- en hazenstand nemen verder af. Het aantal waarnemingen in dorpen en stad en de door de vos veroorzaakte schade aan particulier gehouden siervogels, kippen, eenden, ganzen, konijnen, duiven, cavia's, enz. neemt toe. Tenslotte heeft de lokale weidevogelpact van vogelaars en boeren de WBE verzocht predatie van de nesten, broedsels en jongen van deze kwetsbare vogelgroepen door populatiebeheer van het vossenbestand te verminderen.
 
Ree.
Het ree komt incidenteel voor in het WBE-gebied en wordt (nog) niet aktief beheerd. In de waterleidingduinen is een populatie reëen aanwezig, die door de jachtopzieners van de beheerder van deze gebieden worden beheerd.
 
Damhert.
Het damhert komt van nature niet voor in het gebied van de WBE. Er is een beperkt risico aanwezig, dat vanuit de nabij gelegen natuurgebieden (Amsterdamse Waterleidingduinen) vanwege de populatiegroei aldaar het damhert migreert naar nieuwe leefgebieden. Het is niet ondenkbaar, dat op termijn damherten via het strand en de duinenrijen migreren naar de natuurlijke gebieden in middendelfland en tijdens de trek en vestiging aldaar een risico gaan vormen voor ondermeer het verkeer (aanrijdingen).

Fazant.
De fazant is een van oudsher bejaagde bosvogel. Ook komt hij veel voor in ruigtes en landbouwpercelen, waar hij vooral door het aanpikken van jonge aanplant schade veroorzaakt.

Eend:
Naast de bejaging van exoten als het roze stekelstaartje wordt de populatie verwilderde eend bejaagd om wildschade aan gewassen te voorkomen. Graslanden en erwtenvelden, graanbestanden zijn kwetsbare gewassen.
 
Gans:
Door de sterk toegenomen populaties aan nijlganzen (excoot), canadese ganzen, boeren- of soepganzen en grijze ganzen ontstaat in toenemende mate wildschade aan graslanden, verzuring van natuurgebieden en andere kwetsbare gewassen.

Zwaan.
Het zwaan komt in redelijke aantallen voor in het gebied van de WBE. Inmiddels zijn door de sterke populatiegroei schademeldingen ontstaan op grasland en verstrekt de provincie incidenteel afschotvergunningen af om de populatiegroei te beheersen. 

Kraai en kauw:
Als cultuurvolger en met weinig natuurlijke vijanden is de populatie sterk toegenomen. Gewassen als mais en het voor veevoer opgeslagen kuilgras zijn favoriet bij de kraai. Zwermen kraaien beschadigen het zeil waarmee het kuilgras tegen de regen is afgedekt. Door de gaten stroomt het water in het opgeslagen kuilgras, waardoor dit beschimmelt en onbruikbaar wordt als veevoeder voor de koeien.
Daarnaast vormt de predatie van deze vogels op de weidevogels een groot probleem. 

Tabel met jachtseizoen per wildsoort: Van
tot en met
Wilde Eend 15 augustus 31 januari
 Konijn  15 augustus  31 januari
 Haas  15 oktober  31 december
 Fazanten Hen  15 oktober  31 december
 Fazanten Haan  15 oktober  31 januari
 Houtduif  open open

   

Deze toename van de verschillende populaties van deze en nieuwe diersoorten vraagt in toenemende mate de aandacht van de faunabeheerders van de WBE.


De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.